Het beleidsplan 2008-2011 ‘Grenzeloos ontdekken’ van Bibliotheek Midden-Brabant heeft vier speerpunten:- Huis van lezen en literatuur;
- Sleutel tot educatie en ontwikkeling;
- Brug van informatie;
- Virtueel knooppunt.
Met deze speerpunten wil Bibliotheek Midden-Brabant een toegangspoort naar de wereld zijn, dicht in de buurt, met de karakteristieke couleur locale van het dorp, stad of wijk. Dit wil zij doen door midden in de samenleving te staan en een bijdrage te leveren aan het vergroten van de sociale samenhang en leefbaarheid, samen met andere organisaties zoals scholen, maatschappelijke culturele en gezondheidsorganisaties. In het netwerk van educatieve instellingen wil de bibliotheek een stimulerende en coördinerende rol spelen, door verschillende organisatie bij elkaar te brengen en verrassende samenwerkingsprojecten te vormen.
Samenwerking
Project Stad op Stelten is een praktische uitwerking van het speerpunt ’Sleutel tot educatie en ontwikkeling’ en is een initiatief van Bibliotheek Midden-Brabant in samenwerking met Bureau CiST (Cultuur in School Tilburg) en de Gemeente Tilburg.
Via het Procesbureau Bibliotheekvernieuwing ontving de gemeente Tilburg subsidie voor dit project.
Centrale projectdoelstelling
Het verhogen van cultuurparticipatie voor kinderen van 4 tot 12 jaar door het ontwikkelen van een structureel binnen- en buitenschools wijknetwerk voor leesbevordering, cultuureducatie en mediawijsheid. In een goed wijknetwerk kunnen de activiteiten op dit terrein op elkaar afgestemd worden, wat weer een stimulans kan opleveren voor de ontwikkeling van een kind
Rol bibliotheek
Het schooljaar 2007-2008 was voor Stad op Stelten een pilotjaar. De bibliotheek vervulde tijdens het pilotjaar een verbindende rol op stedelijk en wijkniveau, zowel in de functie van de projectleider als via de vier jeugdbibliothecarissen in de pilotwijken.
Uitvoer project, startfase
Het pilotproject Stad op Stelten liep van mei 2007 tot en met juni 2008. Tijdens de eerste twee maanden is de projectorganisatie vormgegeven, vonden oriënterende gesprekken met de samenwerkingspartners plaats en zijn de pilotlocaties geselecteerd. De bestaande bredeschoolnetwerken waren het uitgangspunt voor de wijknetwerken. Dit maakt het mogelijk om een verbinding te maken tussen binnen- en buitenschools leren.
Voorwaarde
Voor deelname aan de pilot moesten de basisscholen, binnen de brede school, actief deelnemen aan het longitudinale leesbevorderingsprogramma De Rode Draad van de bibliotheek. Op het gebied van cultuureducatie bood Bureau CiST (Cultuur in School Tilburg) een groot assortiment programma’s aan, maar op het gebied van mediawijsheid was nog geen aanbod voor scholen. De bedoeling was om dit tijdens de pilot op maat te ontwikkelen. Verder was er geen structureel aanbod voor de buitenschoolse partners. Het streven was om ook hiervoor een aanbod op maat te ontwikkelen dat afgestemd was op de programma-activiteiten binnen het basisonderwijs.
Organisatie
De samenwerking vond zowel op strategisch als op operationeel niveau plaats.
Strategisch niveau
Een stuurgroep met daarin de directies of managers van de samenwerkende instellingen, zoals Stichting Brede School, Kinderstad, Bureau CiST, Stichting Amateurkunst, Textiel Museum, De Twern , Factorium en Bibliotheek Midden-Brabant. De sectordirecteur Publieke dienstverlening van Bibliotheek Midden-Brabant vervulde de rol van voorzitter van de stuurgroep.
De projectleider was naast procesmanager ook de verbinder tussen de werkgroepen en de stuurgroep. Plannen van de werkgroepen werden door de stuurgroep goedgekeurd zodat alle uitvoerende medewerkers gelegitimeerd waren om namens hun instelling activiteiten te verrichten.
Operationeel niveau
In iedere pilotwijk was een werkgroep waarin de uitvoerende medewerkers van de partner-instellingen zaten.
Rol jeugdbibliothecaris: ‘kartrekker’ op wijkniveau en samen met de projectleider.
Cultuur, kunst en literatuur zijn prima middelen om ‘te verbinden’. Door mensen en onderwerpen te verbinden, komen we tot en betere leefwereld, een verdieping van ons bestaan en een respectvoller samenleving.
Kunstenares Ellis Pruijn na afloop van de pilot
Locaties
De criteria voor de keuze van de vier pilotwijken waren:
· de pilotlocaties moeten verspreid zijn over de gemeente
· de pilotlocaties hebben of verdienen politieke aandacht.
· de brede school heeft belangstelling voor deelname
· bij de pilotlocatie zijn verschillende bibliotheekfilialen betrokken.
De wijkwerkgroepen zijn voornamelijk samengesteld uit bestaande werkgroepen, aangevuld en verbreed met nieuwe netwerkpartners uit de wijk.
Activiteiten en producten
De vier wijkwerkgroepen namen het initiatief voor nieuwe activiteiten en ontwikkelden deze met diverse cultuurmakers. Sommige werkgroepen kozen voor activiteiten die aansloten bij wensen en behoeften van schoolthema’s, andere kozen voor wijk-, lokale of landelijke thema’s. De enige voorwaarde was dat er een link moest komen tussen binnen- en buitenschools leren op het gebied van leesbevordering, cultuureducatie en/of mediawijsheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten